All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Nieuws
Luchtverontreiniging is een onzichtbare killer, en we moeten meer doen om de oorzaken aan te pakken. Wat luchtvervuiling betreft, zijn de emissies van het wegvervoer vaak schadelijker dan die van andere bronnen, aangezien deze dicht bij de mens plaatsvinden: op grondhoogte en in de steden. Daarom is het zo belangrijk dat Europa extra inspanningen levert om de emissies van wegvervoer, energie en landbouw terug te dringen, en investeert in het schoner en duurzamer maken ervan. Een geïntegreerde aanpak van deze sectoren kan duidelijke voordelen opleveren voor zowel de luchtkwaliteit als het klimaat, en zal helpen om onze gezondheid en ons welzijn te verbeteren.
Hans Bruyninckx, uitvoerend directeur van het EEA
Volgens het recentste EEA-rapport over de luchtkwaliteit ('Air quality in Europe — 2018 report') is het wegvervoer een van de grootste bronnen van luchtverontreiniging in Europa, vooral wanneer het gaat om schadelijke verontreinigende stoffen zoals stikstofdioxide en fijnstof. Ook de emissies van de landbouw, energieproductie, industrie en de huishoudens dragen bij aan de luchtverontreiniging. Het rapport bevat de recentste gegevens over de luchtkwaliteit die afkomstig zijn van de meer dan 2 500 meetstations die in 2016 in Europa actief waren.
Fijnstof (afgekort als PM), stikstofdioxide (NO2) en troposferische ozon (O3) brengen de gezondheid van de mens de meeste schade toe. De hoge concentraties van luchtverontreiniging blijven negatieve gevolgen hebben voor de Europeanen, vooral wanneer zij in stedelijke gebieden wonen. Aan de luchtverontreiniging zijn ook aanzienlijke economische gevolgen verbonden: mensen leven minder lang, de medische kosten stijgen en de productiviteit in de hele economie lijdt onder het ziekteverzuim dat wordt veroorzaakt door een gebrekkige gezondheid. De luchtvervuiling laat zich bovendien op een negatieve manier voelen in ecosystemen: bodem, bossen, meren en rivieren worden aangetast en de landbouwopbrengsten dalen.
Reeds genomen of nog lopende beleidsmaatregelen en technologische ontwikkelingen hebben geleid tot een trage maar gestage vooruitgang in het terugdringen van deze negatieve gevolgen. Uit nieuwe schattingen in het rapport blijkt dat de concentraties van PM2,5 in 2015 verantwoordelijk waren voor zo’n 422 000 vroegtijdige sterfgevallen in 41 Europese landen, waarvan zo’n 391 000 in de 28 EU-lidstaten. Dit jaar bevat het rapport ook een bredere beoordeling waarin wordt teruggekeken tot 1990. Daaruit blijkt dat het aantal vroegtijdige sterfgevallen die worden veroorzaakt door PM2,5 met een half miljoen per jaar is verminderd. Dit is te danken aan de tenuitvoerlegging van het Europese luchtkwaliteitsbeleid en de invoering van maatregelen op nationaal en lokaal niveau die bijvoorbeeld tot minder vervuilende auto’s, industrie en energieproductie hebben geleid.
Fijnstof: Voor PM2,5 (deeltjes met een diameter van 2,5 micrometer of minder) bedroeg het percentage van de stadsbevolking in de EU-28 die in 2016 aan dit fijnstof werd blootgesteld 6%, wat een daling is ten opzichte van de 7% het jaar daarvoor. Maar ongeveer 74% van de stedelijke bevolking in de EU wordt blootgesteld aan concentraties die hoger liggen dan de strengere richtlijnen van de WHO. In 2015 overleden door blootstelling aan PM2,5 in 41 landen naar schatting 422 000 mensen vroegtijdig.
Stikstofdioxide: De jaarlijkse grenswaarde voor NO2 wordt in heel Europa nog steeds ruimschoots overschreden. In 2016 woonde 7% van de stedelijke bevolking van de EU-28 in gebieden met concentraties boven de jaarlijkse EU-grenswaarde en de WHO-richtlijnen. Dit is een daling ten opzichte van de 9% in 2015. In 2015 overleden door blootstelling aan NO2 in 41 Europese landen naar schatting 79 000 mensen vroegtijdig.
Troposferische ozon: Ongeveer 12% van de stedelijke bevolking van de EU-28 werd in 2016 blootgesteld aan O3-niveaus boven de streefwaarde van de EU, wat een aanzienlijke daling is ten opzichte van 2015 (30%). Dit percentage is echter nog steeds hoger dan de 7% die in 2014 werd gemeten. Zo’n 98% werd blootgesteld aan niveaus boven de strengere WHO-richtlijnen. In 2015 overleden door blootstelling aan ozon in 41 Europese landen naar schatting 17 700 mensen vroegtijdig.
Een eveneens vandaag gepubliceerde briefing, getiteld "EEA's health risk assessments of air pollution", geeft een gedetailleerd overzicht van de wijze waarop het EEA zijn jaarlijkse schattingen van de luchtkwaliteit berekent. Deze schattingen kwantificeren de effecten van luchtverontreiniging op de volksgezondheid.
De gezondheidseffecten van de blootstelling aan luchtverontreiniging lopen uiteen van ontsteking van de longen tot vroegtijdige sterfte. Bij de door het EEA uitgevoerde beoordeling van de gezondheidsrisico's wordt het sterftecijfer als het gekwantificeerde resultaat voor de gezondheid gekozen, aangezien het bewijs hiervoor het sterkst is. De sterfte ten gevolge van blootstelling aan luchtverontreiniging wordt geschat in termen van het aantal ‘vroegtijdige sterfgevallen’ en ‘verloren levensjaren’. De gezondheidseffecten die in het luchtkwaliteitsverslag van het EEA worden geschat, zijn de effecten die kunnen worden toegeschreven aan blootstelling aan PM2,5, NO2 en O3 in Europa in 2015. De schattingen zijn gebaseerd op informatie over luchtverontreiniging, demografische gegevens en de relatie tussen blootstelling aan concentraties vervuilende stoffen en specifieke gezondheidseffecten. De schattingen geven een maatstaf voor het algemene effect van luchtverontreiniging op de bevolking en kunnen bijvoorbeeld niet worden toegeschreven aan individuele personen die op een specifieke geografische locatie wonen.
Toelichting bij de schattingen van vroegtijdige sterfgevallen
De geschatte effecten van de verschillende verontreinigende stoffen kunnen niet zomaar worden opgeteld om de geschatte totale gezondheidseffecten die kunnen worden toegeschreven aan blootstelling te bepalen. Zo zijn bijvoorbeeld de concentraties van PM2,5 en NO2 (soms sterk) gecorreleerd, waardoor de geschatte gevolgen niet kunnen worden samengevoegd. Dit kan immers tot dubbeltelling leiden.
For references, please go to https://www.eea.europa.eu/nl/highlights/luchtverontreiniging-is-in-heel-europa or scan the QR code.
PDF generated on 21-12-2024 13:50
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen